Bert Anciaux vindt oplossing voor de motorcrossterreinen

Op vrijdag 21 december 2007 keurde de Vlaamse Regering een belangrijke wijziging met betrekking tot het Vlarem goed. Bert Anciaux speelde daarin een prominente rol. De grootste verandering doet zich voor op het gebied van motorcross. Eindelijk zijn er permanente terreinen vastgelegd voor het beoefenen van de sport en heeft men gezocht naar nieuwe inplantingen. Daarbij luisterde men naar de verzuchtingen van zowel voor- als tegenstanders. Hoe de vork precies in de steel zit, leest u hier.

De voorbije jaren heeft een interdepartementale werkgroep Ruimtelijke Ordening en Sport een nota opgemaakt om een “betere integratie tussen de beleidsdomeinen Ruimtelijke Ordening, Leefmilieu en Sport” te verkrijgen. De werkgroep detecteerde knelpunten en formuleerde voorstellen om tot oplossingen te komen. Bert heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om onze wagon aan de grote trein te hangen en dit met een goed resultaat. In het aanpassingsbesluit van 21 december 2007 werden bijna al zijn voorstellen gehonoreerd.

Men voerde aanpassingen door m.b.t. kleiduifschieten, schietstanden, motorcross (afstandsregels, openingsuren), watersporten (waterski, jetski, duiken, surfen), paardrijden (organisatie occasionele evenementen), modelvliegtuigen, de toegankelijkheid van openluchtzwembaden… Het gaat niet om de meest beoefende sporten, maar de sportliefhebbers van deze takken mogen niet in de kou blijven staan.

De grootste verandering zijn er op het vlak van de motorcross. De Vlaamse motorcrossers – denken we onder andere maar aan Eric Geboers, Stefan Everts, Joël Smets en Steve Ramon – behoren tot de absolute wereldtop. Uit een studie van de WES uitgevoerd in 2001 bleken er in 2000 in Vlaanderen 249 clubs actief te zijn met 9.189 aangesloten sportbeoefenaars van gemotoriseerde sporten (zowel competitief als recreatief).

In de loop der jaren echter daalde het aantal beschikbare circuits voor trainingen en oefeningen van meer dan zestig circuits tot een viertal, die al dan niet volledig vergund zijn. De studie van WES toont aan dat dit ruim onvoldoende is. Als men geen permanente omlopen met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten aanduidt en inplant, is het gevaar reëel dat vele beoefenaars “wild gaan crossen” bij gebrek aan een correct vergund oefenterrein. Zo zal er aanzienlijk meer milieu- en natuurschade veroorzaakt worden.

De Vlaamse regering keurde in 2002 een spreidingstabel goed voor de inplanting van permanente omlopen voor gemotoriseerde sporten. Op initiatief van Bert legde de Vlaamse regering in 2005 definitief vier  permanente locaties vast, met name het terrein Heeserbergen in Lommel, Waterloos in Neeroeteren-Maaseik, Op Het Broek in Kaulille-Bocholt en Rooiveld in Westerlo.

Daarnaast werd beslist om drie locaties voorlopig aan te duiden als permanente omlopen met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten. De provincie Antwerpen stelde de locaties Hondapark in Balen voor en Kraaienhorst in Brecht. Limburg dacht aan het terrein Horensbergdam in Genk. Bijkomend onderzoek moest nog gebeuren naar onder meer de aspecten mobiliteit, effecten op landbouw, geluid, stof…  Lawaaierige sporten liggen heel gevoelig en na veel overleg en mede door toedoen van de provincie Antwerpen werden op initiatief van Bert de drie voorlopig aangeduide locaties op 21 december 2007 definitief vastgelegd. Na de beslissing van de Vlaamse regering zal de provincie Antwerpen starten met de opmaak van een PRUP voor de locaties Balen en Brecht.

Ook in de overige provincies zal ten minste één terrein aangeduid worden. Het is noodzakelijk hiervoor een voldoende maatschappelijk draagvlak te creëren. De voor- en tegenstanders staan hier immers echt wel lijnrecht tegenover elkaar en een compromis vinden is niet altijd evident. Met de nodige discretie worden daarom op dit moment diverse mogelijkheden onderzocht en afgetoetst op hun haalbaarheid.

2 Reacties to “Bert Anciaux vindt oplossing voor de motorcrossterreinen”

  1. Marcel Says:

    Het is natuurlijk fijn dat de beoefenaars van de motorsport een onderkomen gevonden hebben het is hen op zich gegund. Wat echter heel wat minder positief is, is het feit dat in casu het circuit gelegen in Heeserbergen een enorme geluidshinder veroorzaakt sinds deze omloop 6 dagen op 7 open is. In die mate dat de inwoners van de woonwijken rondom het circuit zelfs binnen, achter gesloten ramen en deuren, kunnen mee”genieten” van de inspanningen van de crossers. Ik weet niet waar Bert Anciaux dat lokaal draagvlak vandaan haalt, maar als inwoner van de wijk Heeserbergen kan ik u verzekeren dat dit zeker en vast niet het gevoel van de lokale bevolking vertegenwoordigt. Het circuit is hier altijd gedoogd geweest owv het sporadische gebruik. Gezien het feit dat er ter plaatse geen enkele voorziening getroffen is om geluidsoverlast te beperken (vb. geluidswanden, ingravingen) -het circuit ligt nota bene op het hoogste punt van het terrein!- in combinatie met de buitensporige uitbreiding van de openingstijden maakt echter dat dit circuit nu een ware milieuterrorist geworden is (en ik heb het dan nog niet gehad over de uitstoot van fijn stof ed.).
    Een triomfbrief in de zin van “Bert Anciaux heeft het probleem opgelost” (ten nadele van een groot deel van de lokale bevolking) vind ik dus wel behoorlijk ongepast.

  2. spiritvlaamsparlement Says:

    Bedankt voor uw reactie. Zoals u wellicht weet is het terrein Kraaienhorst een van de terreinen die door de Vlaamse regering in december 2005 werden aangeduid als permanente omloop met trainingsfaciliteiten voor gemotoriseerde sporten. Bij de afweging indertijd werd ook het element of er al dan niet al werd/wordt gecrost meegenomen. Een woordje uitleg om een en ander globaal te situeren.

    De Vlaamse regering wil op een aantal plaatsen permanente oefenterreinen voor gemotoriseerde sporten aanduiden. Deze wil was al aanwezig bij de vorige Vlaamse regering. Omtrent het woord “permanent” bestaan er vele misverstanden. Permanent betekent in geen geval dat er permanent kan gecrost worden. Er dient steeds in samenspraak met de omwonenden een kalender te worden opgesteld. Dit is steeds een uitdrukkelijke vraag/eis van de Vlaamse regering;

    De VR wil dergelijke terreinen aanduiden om het wildcrossen een halt toe te roepen. Een werkgroep onder voorzitterschap van BLOSO waarin zowel de landbouworganisaties als de milieubeweging vertegenwoordigd waren heeft de voorbije jaren (ook al in de vorige legislatuur) verschillende locaties onderzocht en voorstellen geformuleerd aan de VR. Een van die locaties is Brecht.

    De Vlaamse regering heeft op 14 december 2007 het terrein in Brecht aangeduid als permanent oefenterrein voor gemotoriseerde sporten maar rekening houdend met de bezwaren en bezorgdheden van de omwonenden werden volgende aanvullende voorwaarden gesteld:

    -het aantal trainingsdagen blijft beperkt tot woensdag tussen 13u00 en 21u00 en zaterdag tussen 13u00 en 18u00; er is geen toename van het huidige aantal evenementen

    – het MER zal dienen te bepalen hoe de geluidsoverlast het efficiëntst wordt verminderd

    – Een aarden omwalling is een van de mogelijkheden

    – de multifunctionele invulling wordt beperkt met de volgende sporttakken: supermoto, motorspeedway, oval-racing, rallycross en outdoorkarting. Bovendien zijn kleiduifschieten en modelvliegtuigen niet toegelaten

    -de ontsluiting wordt voorzien langs de Oostmalse baan

    – Daarnaast werd de oppervlakte van het terrein verkleind van 40 ha naar 23,5 ha.

    Verder ben ik van oordeel dat een goede verstandhouding, goed nabuurschap en en overleg veel problemen kunnen voorkomen.

    Bij de verdere realisatie van het terrein zijn nog diverse flankerende maatregelen nodig om de alle vormen van hinder zo minimaal mogelijk te houden.

    Deze flankerende maatregelen zullen in een latere fase aan bod komen in het MER,het PRUP, de voorwaarden opgelegd in de nieuwe milieuvergunning en eventueel in de stedenbouwkundige vergunning. Deze vergunningen doorlopen de geëigende procedure en worden afgeleverd op het gepaste bestuurlijk niveau, hetzij de gemeente hetzij de provincie. Een PRUP, een nieuwe milieuvergunning en een stedenbouwkundige vergunning elk met hun voorwaarden zullen moeten bepalen wat kan en niet kan.

    Met vriendelijke groeten,

    Goedele De Cock
    Communicatiemedewerkster van Vlaams minister Bert Anciaux

Plaats een reactie